Array ( )
Array ( [gebruikersnaam] => riemethode )
Het toetsen van de RIE of RI&EDe RIE is opgesteld, weer een taak die
afgevinkt kan worden. Niet helemaal, want in de wet staat dat het verplicht is
om deze te laten toetsen door de arbodienst of een deskundige die daarvoor
gecertificeerd is. Aan deze deskundige de taak om te checken of de RI&E
klopt. Daarnaast zal hij of zij advies geven voor het plan van aanpak. Dit toetsen is niet voor alle bedrijven en
organisaties verplicht. Welke bedrijven wel en welke niet aan de toetsing
moeten voldoen, hangt af van het soort RIE dat wordt gebruikt
en van de grootte van het bedrijf. Zodra een organisatie meer dan vijfentwintig
werknemers heeft, moet er getoetst worden. Een uitzondering daarop is als een
organisatie niet meer dan veertig arbeidsuren per week heeft. Dat houdt in dat
alle werknemers bij elkaar niet meer dan veertig uur per week mogen werken. Als uw bedrijf niet meer dan vijfentwintig
werknemers heeft, is er wel een belangrijke voorwaarde voor het niet hoeven
toetsen. De RI&E moet erkend zijn. Of dit
zo is, verschilt per branche. Het is daarom erg belangrijk om te checken of uw
branche beschikt over een erkend instrument. Een ander belangrijk punt om rekening mee te
houden bij het bepalen van een mogelijke vrijstelling van toetsing, is het
aantal van meer of minder dan vijfentwintig medewerkers. Hierbij gaat het om
werkelijke personen die in dienst zijn en niet om het aantal FTE’s. Als u bovenstaande regels in acht neemt, weet
u of uw bedrijf aan de toetsingsregel moet voldoen. Mocht u daarvan vrijgesteld
worden, dan is het natuurlijk alsnog geen slecht idee om een externe partij te
laten kijken naar het document. Hij of zij kan wellicht gebreken in het
document zien en/of advies geven voor het plan van aanpak. Hiermee zal het
document en de implementatie ervan alleen maar beter worden. Uiteindelijk zal
het hele bedrijf daarvan profiteren. 14:59:34 29 September 2014 Permanente link Reacties (0) De aanvullende RIE of RI&EIs uw RIE helemaal
compleet? Weet u het zeker, want dat is hij pas als alle aanvullende
inventarisaties ten uitvoer zijn gebracht. In het Arbobesluit staat dat dit
verplicht is voor diverse onderwerpen. Twee van deze
onderwerpen hebben betrekking op werknemers: jeugdigen en zwangere medewerkers.
Voor deze groepen moet in een aanvullende RI&E vastgelegd worden wat de
gevaren zijn tijdens hun werkzaamheden. Ook staat er in welke voorlichting of
instructies deze groepen werknemers moeten krijgen. Gevaarlijke stoffen Andere onderwerpen
gaan over het werken met gevaarlijke stoffen. Als werknemers blootstaan aan
explosieve atmosferen, gevaarlijke stoffen, kankerverwekkende stoffen, asbest
of biologische agentia, zal er een extra inventarisatie uitgevoerd moeten
worden. Hierin zal staan om welke stoffen het precies gaat, wat de risico’s
zijn van deze stoffen en wanneer de werknemers ermee in aanraking komen. Ook
zal er in het document moeten staan waarom een bedrijf met deze stoffen werkt
en hoe regelmatig er gecontroleerd wordt op de hoeveelheid stoffen waarmee
werknemers in aanraking komen. Ook bij werken achter een beeldscherm Ook voor op het oog
minder gevaarlijke beroepen, kan een aanvullende RIE
verplicht zijn. Denk bijvoorbeeld aan beeldschermarbeid. Hierin staat dan wat
de fysieke en psychische belasting van de beeldschermarbeid is. Ook zaken als
geluid en trillingen moeten worden beoordeeld en indien nodig gemeten worden.
De resultaten hiervan komen in een aanvullend document terecht. Veilige werkvloer Arbeidsmiddelen en
persoonlijke beschermingsmiddelen zijn ook onderwerpen voor aanvullende
inventarisaties. Hierbij wordt gekeken naar de aard van het werk en de gevaren
die hierbij spelen. Aan de hand daarvan wordt besloten aan welke eisen de
arbeidsmiddelen en de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen zodat
werknemers veilig kunnen werken. Pas daarna zal de werknemer een definitieve
keuze maken voor persoonlijke beschermingsmiddelen en arbeidsmiddelen, zodat
hij zeker weet dat deze keuze juist is een aansluit bij de behoefte. Niet compleet Als alle
inventarisaties uitgevoerd zijn, laat u de RI&E pas checken. Eerder heeft
geen zin, aangezien deze nog niet compleet is zonder de aanvullingen. Toch
blijkt in de praktijk dat veel bedrijven de aanvullingen niet meenemen. Een
slechte zaak, want niet compleet is dit document een stuk minder waardevol dan
hij zou kunnen zijn. 09:29:23 25 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0) De RIE of RI&E belangrijk voor iedere ondernemerHet is iedere ondernemer bekend dat het belangrijk is goed na te denken over alle mogelijke risico’s die komen kijken bij het ondernemerschap. Het gaat niet alleen om de verkoop van de producten en of diensten, het voorblijven van de concurrentie en een goede winstmarge. Want wanneer u personeel in dienst neemt of heeft, zijn er tal van andere risico’s waarmee rekening gehouden dient te worden.
Zo is het mogelijk dat personeel zich bezeerd tijdens het werk. Denk hierbij aan een ongeval met machines bijvoorbeeld of ziekteverzuim doordat personeel geruime tijd zwaar werk verricht heeft. Dergelijke omstandigheden zorgen voor u als ondernemer voor extra kosten door het verzuim en er kunnen problemen met de productie ontstaan. Het is daarom van belang rekening te houden met dergelijke risico’s en deze van tevoren uitgebreid in kaart te brengen. Sterker nog, als ondernemer bent hiertoe sinds 1994 al verplicht. Want met personeel in dienst dient u doormiddel van een RI&E, een afkorting van Risico Inventarisatie en Evaluatie, alle risico’s in kaart te brengen.
Het is daarom aan te raden alle regels en plichten goed door te nemen. Zo gelden er voor personeelsleden die minder dan 40 uur per week werken andere regels. U heeft hiervoor namelijk geen RIE nodig, maar de Checklijst voor de gezondheidsrisico’s. Dit is eigenlijk een korte versie van de uitgebreide risico inventarisatie. Heeft u uitzendkrachten in dienst, dan is een RIE verplicht. U dient hiervan namelijk een kopie aan het betreffende uitzendbureau te leveren. Een andere uitzondering zijn vrijwilligers. Zolang zij niet met gevaarlijke stoffen werken, is een risico inventarisatie niet nodig. Wanneer dit wel het geval is, bent u wel verplicht een RI&E te maken.
Een risico inventarisatie kunt u zelf doen met behulp van diverse inventarisatielijsten die u online kunt vinden. U heeft keuze uit gratis versies en checklijsten die u tegen betaling kunt krijgen. Zo zijn er algemene checklijsten verkrijgbaar, maar ook checklijsten toegesneden op uw branche of business. Hiermee maakt u eenvoudig een inventarisatie van mogelijke risico’s die zich bij u op de werkvloer kunnen voordoen. Wanneer u geen tijd heeft zich hierin te verdiepen of hier om andere redenen niet aan toekomt, is het ook mogelijk hiervoor een deskundige in te huren. 09:20:53 25 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0) Iedere werkgever
wil graag tevreden medewerkers. Tevreden medewerkers presteren beter, zijn
minder ziek en zorgen daardoor mede voor
de groei van het bedrijf. Werkgevers en HR-managers proberen goede
arbeidsvoorwaarden te creëren, organiseren personeelsfeesten en in veel
Nederlandse bedrijven ontvangt de medewerker aan het eind van het jaar een
kerstpakket. Dat zijn allemaal prettige bijkomstigheden bij een baan, maar
waarschijnlijk niet de basis ingrediënten voor tevreden werknemers. Het verkrijgen van
tevredenheid en betrokkenheid bij medewerkers is geen eenvoudig recept dat
overal toepasbaar is. Dat zou je kunnen veronderstellen aangezien er in Nederland de afgelopen jaren duizenden
medewerktevredenheidsonderzoeken (MTO) uitgevoerd. In deze MTO’s wordt veelal
onderzoek gedaan naar werkdrukbeleving. Je zou verwachten dat ook zaken zoals
werk- en rusttijden en omgaan met ongewenst gedrag worden meegenomen in het
MTO. Vaak wordt immers gesteld dat het MTO het welzijnsdeel in de RI&E vervangt. Maar volgens de Arbowet moet er in de
RI&E ook aandacht besteed worden aan de Psycho Sociale Arbeidsbelasting
(PSA). In de praktijk
wordt bij de RIE echter vooral gekeken naar de harde arbozaken en komen de PSA
risico’s maar beperkt aan de orde. Een
verschil tussen een MTO en een RIE is dat een MTO ook vaak
gebruikt wordt als benchmark. Hoe tevreden zijn onze medewerkers t.o.v. andere
bedrijven in dezelfde branche? Daarnaast is het natuurlijk prima om behalve de
risico inventarisatie, die afhankelijk
van het soort bedrijf soms maar één keer in de vijf jaar plaats vindt, ook een
MTO uit te voeren. Zo krijg je als organisatie een goed beeld hoe medewerkers
de werkdruk ervaren, wat ze vinden van de onderlinge samenwerking, de leiding
van de organisatie, de cultuur in het bedrijf, de arbeidsvoorwaarden enzovoort.
Aspecten waarop relatief laag wordt gescoord, worden al gauw als speerpunt
benoemd. Het is de vraag of dat ook werkelijk de speerpunten voor het bedrijf
zijn. Deskundigen wijzigen erop dat naast tevredenheid, betrokkenheid van
medewerkers minstens zo belangrijk is om niet te zeggen belangrijker is. Passief tevreden medewerkers zijn content
met de gang van zaken, maar zullen zich niet hard maken om werkprocessen te
verbeteren. Daarintegen zijn gefrustreerde medewerkers weliswaar ontevreden, maar
ze voelen zich wellicht wel betrokken om
de organisatie en de werkprocessen te verbeteren. Lees Meer:-
http://riemethode.wordpress.com/2013/11/06/risicos-door-de-rie-of-rie/ 11:34:32 18 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0) Iedere werkgever is verplicht om in kaart
te brengen welke (gezondheids)risico’s er in zijn bedrijf aanwezig zijn. En er
blijken nogal wat risico’s te zijn. Dat kan variëren van het omgaan met
gevaarlijke stoffen of complexe machines, maar ook het leven op een kantoor is
niet zonder bedreigingen. Denk aan het spiegelen van een beeldscherm, niet goed
af te stellen meubilair of collega’s die je op een ongewenste manier bejegenen.
Dat laatste valt in de RI&E onder de afkorting PSA, Psycho Sociale
Arbeidsbelasting en is niet enkel voorbehouden aan de kantooromgeving.
Met name het vaststellen of er sprake is
van PSA of aanverwante zaken die met beleving te maken hebben, zijn lastige
onderdelen van de RI&E. Want hoe gaat dat in de
praktijk? De preventiemedewerker is ervoor verantwoordelijk dat er een RIE is.
Hij kan de RIE zelf uitvoeren of dit
uitbesteden een collega of een arbodienst. In beide gevallen is het vaak zo dat degene
die de risico-inventarisatie uitvoert door het pand loopt met een checklist.
Hij kijkt of er veilig wordt gewerkt, is het materieel deugdelijk, is materiaal
goed opgeslagen, zijn de keuringen volgens schema gedaan et cetera. Als het
goed is, maakt hij aan de hand van de checklist ook een praatje met de
medewerkers om een goed beeld te krijgen van de veiligheid. Hierbij moet hij
ook helder krijgen of mensen zich veilig voelen. Is er sprake van pesten of seksuele
intimidatie op de werkvloer? Het is maar zeer de vraag of medewerkers dat aangeven
als er iemand langsloopt met een checklijst om de bedrijfsrisico’s te turven.
Maar ook minder pikante thema’s zoals de temperatuur en de luchtkwaliteit
leiden tot discussie. Wanneer kun je spreken van een slechte luchtkwaliteit?
Als er drie van de dertig over klagen, of is de lucht pas slecht als de helft
van de medewerkers dat vindt? Denk hierover na voordat de inventarisatie wordt
gedaan. Om dit soort belevingsaspecten op tafel te krijgen, zou je naast de
ronde van de preventiemedewerker een enquête moet houden onder medewerkers die
anoniem ingevuld kan worden. Met alle bijkomende kosten van dien. En zo zorgt
de risico-inventarisatie voor extra nieuwe risico’s. 11:29:36 18 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0) Een volledige RI&E en RIEEen risico-inventarisatie
en –evaluatie moet volgens de Arboregeling volledig zijn. Er worden structurele
risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden mee in kaart gebracht. Het is
niet de bedoeling te blijven steken in symptoombeschrijving en symptoomaanpak.
Hoe kun je als bedrijf
de volledigheid van een RIE-rapportage combineren met een systeembenadering? Je
kunt ervoor kiezen op zoek te gaan naar de meer structurele risico’s op
arbogebied (de basisrisicofactoren) en deze te beschrijven aan de hand van een
aantal voorbeelden. Hiermee krijg je inzicht in structurele verbeterpunten. De
aanpak van deze punten kunnen ook vele andere arbozaken verbeteren, zonder dat deze
zijn bekeken en in de rapportage benoemd.
Het bedrijf moet
volgens de wet alle gevaren herkennen/beoordelen en zo mogelijk omzetten naar
risicoscenario’s. De RIE mag afhankelijk
van het soort en de grootte van de risico’s globaal zijn, maar moet diepgaand
zijn als er een aparte inventarisatieplicht bestaat (Arbobesluit). De resultaten
hiervan moeten aan de risico-inventarisatie en –evaluatie worden toegevoegd.
Als de risico’s het toestaan, mag het bedrijf de onderzoeken in fasen
uitvoeren. Deze aanpak moet verplicht worden opgenomen in de RI&E. Ook moet
de eventueel gefaseerde aanpak zijn opgenomen in het plan van aanpak. Wanneer
je kiest voor een gefaseerde aanpak,
moet het in de eerste ronde zeker de belangrijkste risico’s beschrijven. Deze
kunnen niet doorgeschoven worden naar een volgende fase.
Afwegingen die u
moet maken. Volledigheid moet
zoveel mogelijk worden nagestreefd, maar pas op dat je niet verzandt in
details. Een gedetailleerde RI&E
maken, kost veel tijd en geld. En je loopt het risico dat belangrijke
informatie ondersneeuwt. Een bijkomend nadeel is dat te veel gedetailleerdheid
wel een lijvig rapport maar weinig enthousiasme bij medewerkers en management
oplevert. Maak vooraf een
tijdsplanning en zorg dat het traject niet te lang duurt. Als het maken teveel
tijd kost, word je ingehaald door de actualiteit.
12:22:55 15 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0) Houdbaarheid van RI&E en RIEHoe vaak moet je een RI&E maken? Deze vraag wordt
regelmatig gesteld aan Arbo Adviseurs. Er zijn bedrijven die deze (zekerheidshalve)
ieder jaar maken. Maar is dat ook nodig? En, kom je nog wel toe aan de
uitvoering van je plan van aanpak? -
Een (ingrijpende) verbouwing of nieuwbouw -
Een wijziging in het productieproces of werkmethode -
Nieuwe machines, hulpmiddelen of bedrijfsstoffen -
Toevoegen van een nieuw productielijn -
Een ingrijpende wijziging van werknemerstaken
Anderen redenen om er opnieuw naar de te kijken zijn wanneer
het aantal ongevallen stijgt, of het ziekteverzuim opvallend toeneemt. Ook is
een aanpassing noodzakelijk als de ontwikkelingen in de wetenschap en de
techniek daartoe aanleiding geven.
Voor het uitvoeren hiervan kun je gebruik maken van branchespecifieke
instrumenten , zie www.rie.nl. Het voordeel is dat ze zijn toegeschreven op de
gevaren die in de eigen branche voorkomen. Een nadeel is dat bedrijven binnen
een branche soms grote verschillen laten zien. Hierdoor bestaat het risico dat
er bepaalde aspecten niet of onvoldoende worden belicht. Je kunt ook een
algemeen RI&E-instrument
gebruiken bijv. www.ima-online.nl.
In de IMA online kun je eigen (branchespecifieke) vragen en modules toevoegen.
Ook kun je gebruik maken van de arbocataloguswijzer. Deze verwijst naar de
arbocatalogi van de verschillende branches. 12:12:45 15 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0) De RI&E of RIE als basis voor het arbobeleidIeder bedrijf in Nederland is
volgens de arbowet verplicht om een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie
(RI&E) te hebben. De RI&E vormt de basis van het
arbobeleid en bestaat uit de volgende elementen: -
inventariseren
van de gevaren op de werkvloer; -
uitzoeken
of deze gevaren risico’s kunnen vormen; -
een
inschatting maken van de grootte van de risico’s; -
maatregelen
bedenken om de risico’s te verminderen; -
een
plan van aanpak maken waarin de risico’s in volgorde van prioriteit worden
opgepakt.
Het betreft als het ware een
stappenplan van weten, wegen, werken en waken. Voor het wegen van de risico’s
wordt doorgaans het model van Kinney & Wiruth gebruikt. Deze methode wordt
(ten onrechte) vaak Fine and Kinney genoemd.
De risico-inventarisatie en
-evaluatie is geen eenmalige actie. Het moet een levend document zijn, wil je
er ook rendement uithalen. Wanneer de situatie in het bedrijf wijzigt,
bijvoorbeeld door een verbouwing of het toevoegen van een nieuwe productielijn,
moet voor dit deel het stappenplan weer opnieuw worden uitgevoerd. Bij een
bedrijf met meerdere filialen kan met één document gewerkt worden wanneer de
gevaren op de verschillende locaties ongeveer gelijk zijn. Wanneer dat niet het
geval is, kun je in één document de algemene gevaren en vervolgstappen
beschrijven. Vervolgens beschrijf je per filiaal de specifieke gevaren en de
bijbehorende vervolgstappen.
In principe mag iedereen een
RIE maken. In de praktijk is het vaak de preventiemedewerker die deze taak
oppakt of hierbij een coördinerende taak heeft. In een aantal gevallen moet de
RIE getoetst worden. Een toetsing is niet nodig wanneer het bedrijf maximaal 25
medewerkers in dienst heeft, of een door de branche erkend instrument heeft
gebruikt voor de risico-inventarisatie. Het bedrijf dient dan te vallen onder
de betreffende branche. 12:05:45 15 Augustus 2014 Permanente link Reacties (0) |
Hoe werkt het? Klik hier
Begin pagina loggy.nl Home Weblog maken RSS Feed Abonneren! |